Afbeelding
PAULINE LUYBEN

Paul Kleijne vier jaar naar VS: ‘Amerika geeft me een gemengd gevoel’

Nieuws

ROSMALEN – Geboren en getogen Bosschenaar Paul Kleijne heeft het prima naar zijn zin in Rosmalen, waar hij al een kleine twintig jaar woont. Toch vertrekt hij op 1 november naar Chicago, om voor de tweede keer in Amerika te gaan werken. “Het ging toch weer kriebelen.”

Door Wim Poels

Eerder werkte de 59-jarige Paul al van begin 1997 tot eind 2004 in de Amerikaanse stad Chicago. “Amerika geeft me een gemengd gevoel, maar het positieve overheerst. In de eerste instantie viel natuurlijk op dat Chicago een gigantisch grote stad is, met ruim 2,5 miljoen inwoners. Er is veel sfeer, drukte, reuring, een strand van 18 kilometer aan een van de grote meren. En ook verder is Amerika een ontzettend mooi land, uitgestrekt met veel natuur. Maar tegelijkertijd zijn alle clichés over Amerikanen gewoon waar. Ze zijn heel vriendelijk, maar je kunt zomaar niet bij ze achter de voordeur kijken, laten niet zien wat ze echt denken. En als wij om half tien zeggen dat we er nog eentje pakken, gaan zij alweer naar huis. Ze zijn heel erg op zichzelf gericht. En er is natuurlijk een ontzettende claimcultuur. Ik heb het zelf niet meegemaakt, maar een collega liet tijdens een concert een fototoestel op iemand vallen. Even gepraat, excuses gemaakt, geen verwondingen, alles goed zouden wij denken. Valt er een week later toch een brief op de mat.”

Het was kortom ook een land waarbij Paul en zijn vrouw zich afvroegen of ze hun twee zoontjes daar wilden laten opgroeien. Het antwoord was nee. Dus gingen ze in 2004 toch weer terug naar Nederland. Eerst naar Amsterdam, om de reuring te blijven houden. En na een half jaar, toen het financieel toch wel lastig bleek daar te wonen, naar Rosmalen, nog altijd hun thuishaven.

Hoe gelukkig Paul in Rosmalen ook is, Amerika bleef trekken. Met zijn gezin ging hij er nog een paar keer naar toe. Toen een half jaar geleden bekend werd dat er een vergelijkbare functie als twintig jaar geleden in Chicago vrij zou komen, begon het weer te kriebelen. Uiteraard na overleg met het thuisfront besloot Paul te solliciteren. Hij werd aangenomen. Zijn vrouw blijft wegens familieomstandigheden in ieder geval voorlopig thuis, maar de oudste zoon gaat mee. Die wil proberen daar werk te vinden.

Kleijne gaat hetzelfde werk doen als zoveel jaar geleden. Bij het ministerie van Economische Zaken wordt het zijn taak vanuit het Nederlands consulaat in Chicago Amerikaanse bedrijven te verleiden zich in Nederland te vestigen. “Er is in die tijd wel veel veranderd. Destijds kon je er de nadruk op leggen dat Nederland bijvoorbeeld een goede infrastructuur heeft, van waaruit de rest van Europa goed te bereiken is. En dat we een prima vestigingsklimaat hebben, onder meer door ons belastingstelsel. Die dingen zijn nog steeds zo. Maar het is wel een stuk moeilijker geworden. Grote blokkendozen als distributiecentra willen we niet meer. Personeel is moeilijk te krijgen. Het wordt een grotere uitdaging, waarbij ik me ga richten op bijvoorbeeld bedrijven die echt aanvullend zijn op wat we al hebben. Denk maar aan ondernemingen die bedrijven als Tata Steel en de chemiesector kunnen helpen om te verduurzamen.”

Die bedrijven benadert hij via contactpersonen telefonisch (“je krijgt altijd een voicemail en je komt er niet zomaar binnen. Alleen als ze al in Nederland gevestigd zijn heb je makkelijker een ingang”), op beurzen en congressen en via evenementen die het consulaat zelf organiseert. “Dan nodig je bijvoorbeeld sprekers uit die voor die bedrijven en voor ons bedrijfsleven interessant zijn.”

Daarbij gelden voor Paul Nederlandse arbeidsvoorwaarden en daar is hij blij mee. Want de verhouding van Amerikanen tot hun werk vindt hij nog zoiets dat voor ons onbegrijpelijk is. “We werken om te leven, veel Amerikanen leven om te werken. Ze hebben bijvoorbeeld maar vijftien vakantiedagen en die nemen ze niet eens graag op, bang dat ze bij terugkomst hun stoeltje bezet vinden door een ander. Helemaal ongelijk hebben ze niet eens, want je wordt daar gemakkelijk ontslagen.”

Ook Amerika zelf is ten opzichte van twintig jaar geleden veranderd. Kleijne zat er in de tijd van Clinton, Bush jr. en de verkiezing van Obama. Volgend jaar zijn er weer presidentsverkiezingen en het zou, zoals het er nu naar uitziet, is het goed denkbaar dat Donald Trump weer een kansrijke kandidaat is. “Ik zal straks niet zomaar over politiek beginnen, want voor je het weet praat je met een Trump-stemmer”, maakt hij zijn eigen positie duidelijk. “Toen ik voor het eerst in Amerika was, maakte ik 9-11 mee. Het hele land stond op zijn kop. Mocht Trump gekozen worden, dan zou dat zomaar weer kunnen gebeuren. Er zijn 75 miljoen voorstanders van hem, maar evenveel die een broertje dood aan hem hebben. Aan de ene kant is het natuurlijk bizar wat daar plaatsvindt, maar het is ook een voorrecht om dergelijke historische momenten van dichtbij mee te mogen maken.”

Foto en foto voorpagina:
Pauline Luyben/paulinefotografeert.nl

Lees ook